het kartonnen kaartje

Inmiddels is het papieren kaartje vrijwel afgeschaft door onze al dan niet- gelievde OV Chipkaart. Voor de papieren kaartje waren er kartonnen kaartjes. Deze kaartjes zijn genoemd naar de uitvinder ervan. Deze man heette Edmonson. Daarom werden/worden deze kaartjes Edmonson-spoorkaartjes genoemd.

 

Het eerste reizigersvervoerde gebeurde per diligence. Dat was een koets geschikt gemaakt voor reizigersvervoer. Om erin plaats te nemen had je een bewijs nodig waaraan de postiljon, controleur op de postkoets, kon zien of de reiziger had betaald en wat zijn bestemming was. Verder mocht hij/zij immers niet meereizen.

Door het ontbreken van de latere apparatuur was dat niet gemakkelijk. De reiziger moest minstens 24 uur voor vertrek een plaats bespreken. Daarna werd het biljet in 3 voud uitgeschreven:

1 voor de reiziger;

1 voor kantoor;

1 voor de controleur van de diligence.

Dit nam veel tijd in beslag.


De eerste spoorwegmaatschappijen probeerde al snel eenvoudiger verkoopsystemen te vinden. In 1832 had de Leicester-Swannington maatschappij voor de reizigers 3e klasse, op de houten bankjes, koperen plaatjes met de naam van de spoorwegmaatschappij, het bestemmingsstation en een serienummer.

Deze koperen plaatjes werden onderweg door de controleur verzameld en teruggezonden naar het station van herkomst hiervan. Daar werden ze geverifieerd en nog dezelfde avond opnieuw ingezet zo te zeggen. Dit was een heel zuinig systeem, maar het had geen lang leven.

Het reizigersverkeer werd drukker en het werd ondoenlijk 's avonds alle koperen plaatjes uit te zoeken en naar de plaats van bestemming terug te sturen.

In Enkele landen waren nog lange tijd gouden- of ivoren plaatjes als vrijbiljetten voor hogere functionarissen.


Thomas Edmonson werd in 1836 stationschef in Milton bij de Newcastle & Carlisle Spoorwegmaatschappij. Hij probeerde een beter kaartverkoopsysteem te ontwikkelen. Bij het oude systeem had men een kist waarop reisklasse en namen van de meest voorkomende stations stonden. Ieder kaartje werd genummerd en in een speciale houder geplaatst om de verkoop te vergemakkelijken. Edmonson vond een laadje uit waarin kaarjtes in omgekeerde volgorde van nummering werden geplaatst. Een mechanisme van gewichten met katrolletjes en touwtjes zorgde ervoor dat het rijtje dat naar voren kwam. Het voorste kaartje van deze rij werd verkocht.

De uitvinding van Edmonson was succesvol en langzamerhand verspreidden de distribueermachines van Edmonson zich over de hele wereld. Edmonson ontwikkelde daarnaast ook een dateermachine. Dit werd een composteur genoemd. Dit niet te verwarren met uw groente- en tuinafval, maar dat terzijde.

Deze composteur werd door middel van een inkt gedrenkt lint op het inmiddels kartonnen kaartje overgebracht. Later verving hij het hout van de stempelmachine door metaal.


Na het overlijden van Edmonson in 1851 zette zijn zoon het werk van zijn vader door en werd de firma Th. Edmonson opgericht. Deze firma werd 1 van de voornaamste producenten van stempelmachines.

De kaartjes werden vervaardigd van het zogenoemde Edmonson-karton dat aan zeer speciale eisen moest voldoen. Voor de tweede wereldoorlog kwam het karton uit een papierfabriek in Duitsland die aan bijna alle Europese landen leverde.

De kaartjes werden door de spoorwegen zelf gedrukt. Het karton kwam op maat en voorizen van een gat de drukkerij binnen.


Omstreeks 1930 had de Nederlandse spoorwegen voor het binnenlands verkeer de volgende kleuren voor...:

klasse kleur enkele reis kleuren retour latere kleur enkele reis
1e rood geel|wit geel
2e bruin groen|wit groen
3e wit bruin|wit bruin

 

Met | in de tabel ik aangeven dat dit er in verticale banen of horizontaal banen over heen liepen. Ook werden wel /- of \- banen gebruikt. Met het symbool / of \ bedoel ik de loop van de banen; een en ander wordt nog verder uitgezocht.

Voor retours werden ze weer onderverdeeld in: geel-wit, groen-wit en

Aan de hand van de bekleding in de trein kon men een (vrij) lange tijd in geschiedenis de zitplaats herkennen waarbij wit stond voor de houten bankjes in de 3e klas.


Edmonson plaatskaarten hadden overal dezelfde afmetingen: 57 x 30,5 milimeter.

Een plaatskaart van Edmonson had wel zijn beperkingen. Plaatskaarten voor een route naar keuze was niet mogelijk. De kaartjes waren namelijk te klein voor aantekeningen. Hiervoor werden couponboekjes ingevoerd.